Geeft de sector genoeg terug voor de verkregen steun?

De overheden hebben de financiële sector gered om te vermijden dat de Belgische economie de adem afgesneden zou worden en de spaargelden van de burgers in gevaar zouden komen. De sector heeft hierdoor zijn primaire taken kunnen verderzetten: het verlenen van krediet, het aanbieden van betaalsystemen en het zorgen voor tewerkstelling.
Een deel van de overheidssteun wordt ondertussen terugbetaald tegen een hoge intrestvoet.

De overheden hebben tijdens de financiële crisis 20 miljard EUR gepompt in kapitaalsverhogingen bij financiële instellingen in moeilijkheden. Er werden bovendien garanties geboden waardoor de liquiditeitsnoden (met andere woorden de mate waarin aan betalingen op korte termijn kunnen worden voldaan) van een aantal financiële instellingen overbrugd konden worden en de spaargelden van de Belgische spaarders beschermd konden worden. Een deel van die bijdragen wordt momenteel terugbetaald via een penaliserende intrestvoet tot 8%. Deze uitzonderlijk hoge intrestvoet heeft als onbedoeld gevolg dat er, in het huidige economische klimaat, onrealistische rendementen worden gevraagd van de betrokken financiële instellingen.

Vrijwaren financieel systeem

De financiële inspanningen van de overheden hadden niet zozeer als doel om de financiële instellingen overeind te houden, maar vooral om het financiële systeem te vrijwaren en de economie draaiende te houden. Die doelstellingen zijn ook effectief verwezenlijkt. De financiële sector kon zijn taken in het kader van de kredietverstrekking en de betaalsystemen verder zetten. Bovendien bleef hij zijn rol als belangrijke werkgever spelen.

Sinds eind 2007 heeft de financiële sector 87,3 miljard EUR bijkomende kredieten verstrekt aan ondernemingen, gezinnen en overheden. Die kredieten dragen onverminderd bij tot de economische groei. Onderzoek aan de KU Leuven in 2011 wees uit dat de financiële sector goed was voor een vijfde van de totale economische groei die België vorig jaar heeft gekend.

Betaalsystemen spelen een belangrijke rol in de goede werking van onze economie. Innovatief en veilig betaalverkeer zijn van cruciaal belang. De financiële sector heeft dit betaalverkeer te allen tijde gewaarborgd, ook na het uitbreken van de crisis.

Tewerkstelling neemt een centrale plaats in binnen een sterke economie. Vandaag verschaft de financiële sector werk aan ongeveer 100.000, veelal hoog opgeleide, mensen. Daarnaast is de sector ook goed voor ongeveer 120.000 indirecte jobs. Het tewerkstellingsklimaat staat echter onder druk. De financiële sector kampt met een hoge werkdruk en een rigide imago waardoor hij het moeilijk heeft om nieuwe krachten te rekruteren en aan boord te houden.

Bijdragen

De financiële sector draagt de jongste jaren nog meer dan vroeger bij tot de Schatkist. In 2011 betaalde de sector voor 2,3 miljard EUR vennootschapsbelasting, roerende voorheffing, BTW, enz.

Bovenop de reguliere belastingen, die voor alle ondernemingen gelden, worden er aan de financiële sector specifieke bijdragen gevraagd. De niet-aftrekbare BTW voor finan­ciële instellingen en de bankenheffing zijn hier voorbeelden van. De bankenheffing bestaat uit vier componenten: de bijdrage voor depositobescherming (DGS) aan het bijzonder Beschermingsfonds, de bijdrage voor fiscale stabiliteit (FSC), de abonnementstaks op de gereglementeerde spaardeposito’s en de jaarlijkse taks op kredietinstellingen. De finan­ciële instellingen betalen in 2012 een bedrag van 1,3 miljard EUR voor de totale bankenheffing.

Bemiddelaar

De financiële sector heeft als bemiddelaar tussen de financiële en economische actoren, de burgers en de overheden een belangrijke rol te spelen op fiscaal vlak. Hij staat in voor het merendeel van de financiële stromen. Vanuit die rol faciliteert hij het innen van een aantal belastingen, bijvoorbeeld het inhouden van de roerende voorheffing of de bedrijfsvoorheffing. In totaal wordt een bedrag van 2,5 miljard EUR geïnd wordt via de financiële sector.

Steeds vaker worden de financiële instellingen opgeroepen om de fiscus te helpen bij het innen van de diverse heffingen.

De jongste jaren is er ook meer informatie-uitwisseling tussen de financiële sector en de fiscus voor fiscale doeleinden. Die uitwisseling gebeurt automatisch (bijvoorbeeld burgers die verplicht worden om hun buitenlandse rekeningen aan te geven bij de Nationale Bank van België) of op vraag van bevoegde instanties (bijvoorbeeld opheffing van het bankgeheim bij vermoeden van fraude).

De financiële sector werkt momenteel enkele voorstellen uit om de procedures hieromtrent te vereenvoudigen.