Hoe wordt deugdelijk bestuur naar de financiële sector vertaald?

Deugdelijk bestuur wordt ook wel eens corporate governance genoemd. Het begrip omvat alle processen en reglementeringen die betrekking hebben op de manier waarop een onderneming intern bestuurd en gecontroleerd wordt.
Wie deugdelijk bestuur zegt, denkt meteen aan de aandeelhouders van een bedrijf, de directie en de raad van bestuur als belangrijkste actoren. Maar ook de werknemers van een onderneming, de leveranciers, de klanten, het milieu of de maatschappij in de breedste zin van het woord zijn belangrijke elementen in het corporate governance-verhaal. Voor de financiële sector is dat niet anders.

De financiële crisis van 2007-2008 heeft tal van tekortkomingen blootgelegd in de manier waarop bepaalde financiële instellingen wereldwijd bestuurd werden. Ook het toezicht op de instellingen en het reglementair kader bleken tekort te schieten. Zo hadden bepaalde financiële instellingen te weinig aandacht voor de risico’s op termijn en waren zij te groot in verhouding tot hun eigen vermogen. Eind juni 2007 had de Belgische financiële sector een balanstotaal (totaal van bezittingen of activa) van 1.595,2 miljard EUR. Het eigen vermogen bedroeg slechts 48,5 miljard EUR.

Daarnaast heerste de overtuiging dat, zeker op het internationale financiële toneel, de remuneratiepolitiek het risicogedrag eerder stimuleerde dan inperkte.

Een deugdelijk bestuur geeft prioriteit aan een goed risicobeheer. De jongste jaren werden heel wat initiatieven en regelgevingen uitgewerkt om ondernemingen tot een beter deugdelijk bestuur en een beheerster risicogedrag aan te zetten. Die tendens is niet enkel waarneembaar in de financiële sector maar bij alle mogelijke sectoren in binnen- en buitenland.

Enkele voorbeelden voor de financiële sector:

  • De Basel III-richtlijnen[1] hebben ervoor gezorgd dat de Belgische financiële sector zijn passiva (het eigen vermogen zoals aandelenkapitaal + het vreemd vermogen zoals deposito’s en schulden op de interbancaire markt) met meer dan een kwart heeft afgebouwd van 1.595,2 miljard EUR eind juni 2007 naar 1.139,4 miljard EUR eind maart 2012. Over dezelfde periode heeft hij zijn eigen vermogen opgetrokken met bijna 20% (van 48,5 miljard EUR naar 57,8 miljard EUR).
  • In het federaal regeerakkoord van 1 december 2011 werd vastgelegd dat bestuurders en leden van directiecomités bij de finan­ciële instellingen die overheidssteun genoten hebben, geen recht hebben op aandelenopties, gratis aandelen, bonussen of enig ander voordeel. Er wordt ook op toegezien dat het verloningsbeleid van die instellingen aan langetermijnresultaten wordt gekoppeld. Een aantal instellingen heeft bijvoorbeeld op vrijwillige basis zogenaamde claw back-systemen ingevoerd: leden van het directiecomité en bepaalde senior managers krijgen eventuele bonussen niet enkel gespreid in de tijd uitbetaald, maar de vergoedingen kunnen ook teruggevorderd worden als de resultaten op de lange termijn ze niet blijken te rechtvaardigen.
  • Op 27 september 2011 publiceerde de Europese Banken Autoriteit (EBA), de toezichthouder op de financiële instellingen in de EU, haar Guidelines on Internal Governance. Daarin staat onder meer dat er binnen elke kredietinstelling interne controleprocedures moeten bestaan voor het identificeren, beheren en rapporteren van risico’s. Op 19 december 2011 maakte diezelfde EBA een document wereldkundig waaruit blijkt dat België de uitgevaardigde richtlijnen goed naleeft.
  • De financiële instellingen leveren belangrijke inspanningen om een beter risicobeheer te installeren en om de ethiek in het beslissingsproces nog te verhogen. Zo besteedt Febelfin Academy, het opleidingsinstituut van de financiële sector, speciale aandacht aan ethische argumenten bij besluitvorming. De cursus ‘Integriteitsmanagement: Voor een gezonde bedrijfsvoering’ is daar een mooi voorbeeld van. Ethische principes zijn bovendien meer dan ooit cruciale onderdelen in interne opleidingen die medewerkers van financiële instellingen verplicht en herhaaldelijk moeten volgen.

Deugdelijk bestuur in de EU

Febelfin vertegenwoordigt de Belgische financiële instellingen in verschillende Europese overleggroepen over deugdelijk bestuur. Febelfin zat in september 2010 rond de tafel toen de Europese Commissie debatteerde over Corporate Governance in the Financial Institutions. De federatie werkte in juli 2011 ook mee aan de Green Paper on the EU Corporate Governance Framework, waarin het reglementair kader voor deugdelijk bestuur bij banken beschreven staat.

Op basis van onder meer die initiatieven werkt de Europese Commissie een actieplan uit rond corporate governance. Een van de aanbevelingen zou zijn dat alle EU-lidstaten een orgaan moeten hebben dat nagaat of opgelegde regels rond deugdelijk bestuur goed worden nageleefd. Begin 2013 zal het actieplan bekend gemaakt worden. Verwacht wordt dat de Commissie op basis van haar plan een reeks bijkomende wetgevende initiatieven zal uitwerken.




[1] De Basel III-regels leggen op dat banken veel meer kapitaal en liquiditeit moeten aanhouden tegenover hun uitstaande beleggingen. De regels worden vanaf 2013 geleidelijk ingevoerd en moeten in 2018 volledig van kracht zijn.