Welke impact zullen de nieuwe regels op de sector hebben?

De financiële crisis heeft ertoe geleid dat er diverse, bijkomende regelgeving werd opgelegd aan de financiële instellingen. Hierdoor moeten de instellingen veiliger, en in vele gevallen kleiner, worden en moet de consument kunnen genieten van een betere bescherming. De financiële sector juicht deze nieuwe regelgeving toe, maar vraagt aandacht voor de impact op de financiële dienstverlening, en in het bijzonder op de kredietverstrekking.

De financiële sector lag de voorbije jaren onder vuur. Er werden de financiële instellingen onverantwoorde risico’s verweten, net zoals planning op te korte termijn en te grote hefbomen[1].

De crisis bracht in 2008 verscheidene financiële instellingen in financiële ademnood. Ze moesten de afwaardering van hun activa (uitgezette kredieten, aandelen, bedrijfsobligaties, vorderingen op de interbancaire markt)[2] bijpassen vanuit het eigen vermogen. Vervolgens werden ze gedwongen dit eigen vermogen op te krikken. Door de financiële crisis en bevroren markten was dit alleen mogelijk met steun van de overheid.

Kapitaalsvereisten: Basel III

Ook het regelgevend kader kwam door de crisis onder vuur te liggen. De Basel II-regels, die de soliditeit van het financiële stelsel moesten waarborgen, bleken niet afdoende.

Verscheidene instellingen die perfect aan alle regels voldeden gingen toch aan het wankelen toen de crisis op kruissnelheid kwam.

De Bank voor Internationale Betalingen in Basel (BIS), waar op gezette tijden de gouverneurs van de centrale banken de stabiliteit van het financiële stelsel bespreken, kwam al snel met voorstellen om het regelgevend kader aan te scherpen en zo de stabiliteit van de balansen van de financiële instellingen op te krikken. De Basel III-regels, die in verschillende fases geïmplementeerd worden tussen 2013 en 2018, moeten de hefboom op het eigen vermogen van financiële instellingen verkleinen en hun financiering verstevigen. Dat zou hun balans zowel kwantitatief als kwalitatief moeten versterken.

De Basel III-regels worden in Europees recht omgezet via het zogenaamde CRD IV-pakket. Dat zal van toepassing zijn op alle kredietinstellingen en beleggingsondernemingen in de Europese Unie.

Hoewel de financiële sector voorstander is van de Basel III regels, zal het een uitdaging zijn om de kapitaalregels te blijven verzoenen met de groeiende (maatschappelijke) vraag naar kredieten op langere termijn, bijvoorbeeld om grote projecten zoals de bouw van ziekenhuizen te financieren. Zeker wanneer de economie opnieuw aanzwengelt, en de vraag naar leningen fors zal stijgen, zal het voor financiële instellingen niet gemakkelijk worden om hun rol als financier van de economie, binnen het Basel III-kader, te blijven vervullen. Indien de financiële instellingen te veel moeten afbouwen, zal dat rechtstreeks effect hebben op hun toegevoegde waarde en de mate waaraan ze aan de vraag naar kredietverlening kunnen voldoen.

Consumentenbescherming: MiFID

Basel III is niet de enige regelgeving die impact heeft op maatschappelijke rol van de financiële instellingen. Vier jaar na het ontstaan van beleggingsrichtlijn MiFID I, heeft de Europese Commissie in oktober 2010 deze regels verscherpt in MiFID II. De suitability test die aangeeft of een beleggingsproduct al dan niet strookt met het beleggersprofiel van een klant, moet bijvoorbeeld voortaan elk jaar worden afgelegd. Ook als het beleggersprofiel van de klant in de tussentijd niet is veranderd.

Toezicht

Het toezicht op de banken is de jongste tijd ingrijpend gewijzigd. N.a.v. de Twin Peaks-wetgeving, die de architectuur voor het toezicht in België uittekent, kan de toezichthouder (NBB) bijv. strategische beslissingen van systeembanken blokkeren, als gevreesd wordt dat die de financiële stabiliteit in het gevaar zouden kunnen brengen.

Ook op Europees niveau zitten er nog een aantal nieuwe initiatieven in de pijplijn. Eén daarvan voorziet in de creatie van een Europese bankenunie die onder het toezicht van de Europese Centrale Bank zou vallen. Dat zal het toezicht op de banken in Europa eenvormiger maken.

De bankenunie zou over één depositogarantiesysteem beschikken en op een gelijkvormige manier financiële instellingen in moeilijkheden ontmantelen, onder meer met behulp van een op voorhand opgesteld bankentestament.

De voorstellen rond crisismanagement laten de autoriteiten toe om in een vroeg stadium in te grijpen als een bank in de problemen komt. Ook moeten ze bewerkstelligen dat, als de bank niet meer te redden blijkt, de kosten voor herstructurering en afwikkeling afgewenteld kunnen worden op de eigenaars van de bank en op haar schuldeisers (aandeelhouders, obligatiehouders, enz.) in plaats van op de belastingbetaler.

Het Europese DGS-systeem moet ervoor zorgen dat de spaargelden van de Belgische burgers gewaarborgd blijven wanneer een bank in de problemen komt. Voor de crisis waren de spaargelden gewaarborgd tot 20.000 EUR. Nu is dat bedrag opgetrokken tot 100.000 EUR. Om deze bedragen te kunnen waarborgen, moeten de financiële instellingen uiteraard hogere DGS-bijdragen betalen.

Binnen de creatie van een Europese bankenunie wordt momenteel gewerkt aan een systeem dat alle nationale DGS-regelingen gelijkschakelt. Het is dus oppassen voor nationale regelingen die kunnen indruisen tegen de internationale regelgeving. De financiële

wereld is per definitie internationaal. Hij wordt bij voorkeur dan ook internationaal en op een coherente manier gereglementeerd. Die redenering gaat in het Belgische financiële landschap nog meer op dan elders. Het Belgische landschap is namelijk zeer gediversifieerd, en 82% van de instellingen heeft haar hoofdzetel in het buitenland. Regelgeving die louter met nationale overwegingen rekening houdt, zou daarom wel eens een omgekeerd effect kunnen sorteren.

Het concept van een bankenunie biedt ook een andere kijk op de veiligheid van finan­ciële instellingen. De optimale grootte van een financiële instelling wordt vandaag voornamelijk getoetst aan de nationale begroting en het bruto binnenlands product (bbp) van het land waar de instelling toe behoort. De Europese bankenunie zal de financiële instellingen van de nationale begrotingen en bbp’s loskoppelen. De vraag kan zich dus stellen of we de optimale grootte van een bank sowieso niet aan andere criteria moeten toetsen.

Afbouw balansen Belgische financiële sector

De Belgische financiële instellingen hebben hun balansen fors verstevigd, vooral dankzij de afbouw van hun buitenlandse activiteiten. Eind maart 2012 hadden zij hun hefboom met 41,4% afgebouwd ten opzichte van eind juni 2007. Tegelijkertijd hebben ze hun eigen vermogen opgetrokken met 19,3% en hun passiva met meer dan een kwart gereduceerd. De Belgische financiële sector lijkt dus klaar om aan de nieuwe Basel III-regels te voldoen.




[1] De leverage of hefboom geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen van een financiële instelling en haar balanstotaal. Een instelling die overleveraged is, heeft dus te weinig kapitaal in verhouding tot haar totale balans.

[2] Uitgezette kredieten, aandelen, bedrijfsobligaties, vorderingen op de interbancaire markt.