Zal de financiering van goede projecten aan redelijke voorwaarden mogelijk blijven?

De financiële sector is ook tijdens de financiële crisis kredieten blijven verlenen aan gezinnen, ondernemingen en overheden. Er dreigt dan ook geen kredietschaarste voor wie een volwaardig en gezond kredietdossier kan voor­leggen.
Toch spreekt de financiële sector enkele bezorgdheden uit voor de toekomst. De nieuwe Europese regelgeving zou een impact kunnen hebben op de beschikbaarheid en de prijs van de kredieten op de lange termijn. De sector zoekt daarom naar alternatieve financieringsbronnen.

De financiële sector is er zich van bewust dat bij bepaalde ondernemers de perceptie leeft dat krediet schaars is geworden en dat de financiële instellingen striktere eisen opleggen voor wie een lening aanvraagt. De berichtgeving in de media versterkt dit gevoel. Nochtans tonen de cijfers aan dat de financiële instellingen krediet blijven verlenen aan volwaardige en gezonde kredietdossiers.

Sinds 2007 heeft de kredietverlening in België een gestage groei gekend. Zowel de markt van de kredieten aan gezinnen als die van de ondernemingskredieten was eind september 2012 respectievelijk met 30,4% en 19,8% gegroeid tegenover eind 2007. Hiermee werd voor beide takken kredietverlening een historisch hoogtepunt bereikt.

Kredietaanvragen

De jongste maanden stabiliseert de markt, vooral wat betreft de kredietaanvragen. Deze vertraging laat zich zowel optekenen bij de kredietverlening aan particulieren als aan ondernemingen, en is onder meer toe te schrijven aan de huidige economische conjunctuur. Op de markt voor het hypothecair hebben bovendien het schrappen van de overheidsmaatregelen met betrekking tot de groene kredieten, de aangekondigde stopzetting van de fiscale aftrekbaarheid van meerdere energiebesparende maatregelen en de invoering van de BTW-heffing op de notariskosten een remmend effect gehad op de aanvragen.

Strengere eisen

Een studie van Eurostat van oktober 2011 toont aan dat slechts 5,7% van de kredietaanvragen van de KMO’s wordt geweigerd. In Ierland is dat 26,6% en in Nederland 22,5%. Daarmee scoort België op drie na het best van alle Europese landen.

De Bank Lending Survey, een bevraging bij de financiële instellingen over hun toekenningsvoorwaarden bij de aanvraag van een krediet, toont aan dat hun toekenningsvoorwaarden tussen 2009 en begin dit jaar niet werden verstrengd. Momenteel is hier echter een kentering merkbaar. In het derde kwartaal van 2012 werden de voorwaarden voor de tweede maal op rij verstrengd (Bank Lending Survey van oktober 2012).

Ook voor de nabije toekomst wordt verwacht dat deze verstrengde voorwaarden aanhouden. Dat zou onder meer het gevolg zijn van een stijging van hun eigen financieringskost, de algemene economische realiteit, de vooruitzichten voor sommige bedrijfstakken of ondernemingen, de vooruitzichten voor de woningmarkt, de ongunstiger geworden onderpanden en de druk op de marges.

Schuldenlast

De financiële instellingen verlenen niet enkel voldoende kredieten, zij waken ook over een goed evenwicht tussen het toekennen van kredieten en het voorkomen van overmatige schuldenlast. De nauwgezette aandacht voor dit evenwicht zorgt ervoor dat België in vergelijking met de andere Europese landen een relatief lage schuldgraad heeft. In 2011 bedroeg de schuld van de gezinnen 55,3% van het bruto binnenlands product (BBP). Het Europese gemiddelde lag toen op 87,1%.

De Belgische consument stort zich niet zomaar in een leningsavontuur. Dat blijkt ook uit het beleningspercentage. Volgens de cijfers van de Nationale Bank van België (NBB) schommelt de verhouding tussen het kredietbedrag en de waarde van het onroerend goed rond de 65% (de zogenaamde quotiteit).

Hypothecaire kredieten van meer dan 100% van de waarde van het onroerend goed zijn eerder zeldzaam. Dit bewijst dat de consument eerst zijn eigen spaargeld aanspreekt vooraleer te lenen.

Kostprijs

In september 2012 bedroeg de gemiddelde gewogen interest op nieuwe bankkredieten aan Belgische ondernemingen 2,98%. Hiermee benadert deze interest opnieuw het eerdere historisch laagtepeil van 2,97% dat in juli 2012 werd bereikt.

Zowel particulieren als ondernemingen kunnen in België lenen tegen concurrentiële rentevoeten. De rentevoeten voor alle beschikbare types hypothecaire kredieten en ondernemingskredieten zijn hier een stuk lager dan bijvoorbeeld in Nederland, sommige zelfs tot bijna 2%.

Hertekening financieel landschap

Ondanks de verminderde vraag en de grotere waakzaamheid, is het aantal kredieten blijven stijgen. Dat heeft veel te maken met de hertekening van het financiële landschap. Sinds 2007 hebben de financiële instellingen hun internationale activiteiten afgebouwd en zo de blootstelling van de Belgische financiële sector aan internationale risico’s sterk gereduceerd. Financieringen via de financiële markten werden afgebouwd en er kwamen meer financieringen via de binnenlandse spaarboekjes. Deze veranderingen hebben ervoor gezorgd dat de kredietverlening in België continu kon groeien.

Een gezonde kredietverlening is de motor van een goed draaiende economie. In dat kader uit de financiële sector zijn bezorgdheid rond de Basel III-regelgeving. Die bepaalt onder meer dat de kapitaalsvereisten die aan de financiële instellingen opgelegd worden, ongeveer dubbel zo streng worden tegen 2013. Concreet zal dit betekenen dat het eigen vermogen van de financiële instellingen zal moeten verdubbelen om hetzelfde volume kredieten te kunnen blijven verlenen. In België is op dit moment nog geen onmiddellijk probleem vastgesteld, maar op termijn kan Basel III een impact hebben op de beschikbaarheid en de prijs van de langetermijnkredieten. De financiële sector en de overheid zullen moeten nadenken over oplossingen die de zuurstoftoevoer aan de economie blijvend kunnen garanderen.

Alternatieve financieringsbronnen

Voor de financiering van ondernemingen en projecten op een termijn langer dan zeven jaar, worden alternatieve bronnen onderzocht. De projectobligatie die financiële instellingen reeds bij verschillende autoriteiten hebben aangekaart, is een mogelijk oplossing.

Projectobligaties zijn liquide beleggingen waarmee op voorhand gekende projecten gefinancierd worden. Dat kan bijvoorbeeld de aanleg van een autosnelweg zijn of de bouw van een ziekenhuis. De sector maakt zich sterk dat er een publiek is dat in duurzame sociale projecten wil investeren. Zowel verzekeraars/pensioenfondsen als particulieren kunnen interesse hebben voor een dergelijk product: de tranche van 1 tot 7 jaar kan worden verkocht aan de particuliere klanten, de tranche van 7 tot 30 jaar aan de verzekeringsmaatschappijen. Het biedt aan de belegger een mogelijkheid tot diversificatie. De realisatie van die projecten kan ook helpen de relance op gang brengen.

Transparantie en kredietverlening

Belangrijke pijnpunten in de kredietverlening aan ondernemingen is de snelheid waarmee kredietaanvragen afgehandeld worden en de communicatie errond. De jongste maanden is gebleken dat de weinige ondernemers aan wie een krediet geweigerd wordt, graag willen weten waarom die weigering werd uitgesproken.

Daarom engageerden de financiële instellingen zich in het dialoogplatform ‘Financiering van Ondernemingen’, een overleggroep van financiële instellingen en ondernemingen binnen Febelfin, om binnen de veertien bankwerkdagen een antwoord te geven op een goed gedocumenteerde kredietaanvraag.

Zowel voor de particuliere kredieten als voor consumentenkredieten zijn het toekennen van een krediet en de bijhorende criteria trouwens streng gereguleerd. De criteria staan beschreven in de ‘principes om op verantwoorde wijze consumenten- en hypothecair krediet aan te gaan en te verstrekken’. Voor de ondernemingskredieten is er de ‘gedragscode tussen banken en ondernemingen in het kader van de kredietverlening’.

De financiële sector neemt wel degelijk zijn rol van financierder van de economie op. Zowel de markt van de kredieten aan gezinnen als die van de ondernemingskredieten was eind september 2012 met 30,4 en 19,8% gegroeid tegenover eind 2007.